zaterdag 19 maart 2016

Wie plakt hier eigenlijk de stickers?

We gaan er even voor zitten. E. heeft een film meegenomen van de bieb. Dat doet hij met enige regelmaat. Je zou denken dat het lenen van een film niet meer nodig zou zijn met al die films die we digitaal tot onze beschikking hebben. Maar het overgrote deel daarvan spreekt niet tot onze verbeelding.

Het gebeurt tegenwoordig  niet zo vaak meer dat we allemaal tegelijk thuis zijn en in de stemming om een film te gaan bekijken. Het valt bovendien niet mee om iets te vinden wat we allemaal leuk vinden. We hebben nou eenmaal uitgesproken meningen en voorkeuren. Dus het is dapper van E. dat hij iedere keer weer een poging waagt.

Deze keer is het een roadmovie met daarop een smiley. In de categorie humor dus. Vol vrolijke verwachting starten we de film. Het gaat over twee oude mannen die afreizen naar IJsland. Onderweg zijn ze met elkaar in gesprek. Af en toe glimlachen we. Maar niet genoeg om zo'n smiley te rechtvaardigen. Het is vooral een vreemde film. En eerlijk gezegd geldt dat voor de meeste films die van deze sticker zijn voorzien en de weg vinden naar onze dvd-speler.

"Wie plakt die stickers in vredesnaam?", vraagt onze oudste op een zeker moment. Zij stelt 'm, maar die vraag leeft bij ons allemaal. We weten het niet. Wat we wel weten: er is in ieder geval één iemand die keihard gelachen heeft. En dat is de anoniem gebleven stickerplakker die vreemde films voorziet van een smiley.


donderdag 3 maart 2016

Schaamgroen

Voor de liefhebbers: RGB, R51, G102, B0
Eskimo's hebben oneindig veel omschrijvingen voor de kleur wit. Dat is geen wonder: ze zijn omgeven door wit en dan zie je veel nuances. Hoogezand-Sappemeer is misschien niet de plek waar je genuanceerde omschrijvingen voor de kleur groen zou verwachten. Dan denk je toch eerder aan Drenthe dan aan de prachtige Veenkoloniale door industrie gedomineerde lintbebouwing alhier.*

De rest van Nederland kent misschien termen als grasgroen, mosgroen, antiekgroen, flessengroen, lichtgroen, lindegroen, donkergroen, gifgroen, lentegroen, legergroen et cetera. Daar voegen we hier schaamgroen aan toe. Inderdaad, schaamgroen.

Wij kennen de term schaamgroen in samenhang met de HOP. HOP staat voor Herenontmoetingsplaats. Herenontmoetingsplaats is een eufemisme voor een seksplek voor mannen. Die hebben we hier namelijk bij het Zuidlaardermeer. Daar hebben we behalve een recreatief strand ook een naaktstrand. Dat naaktstrand is niet bedoeld als seksplek, maar sinds de Heren er hun ontmoetingsplaats van hebben gemaakt is het dat wel. En daarom zit het strand al een tijd in het verdomhoekje. Het trok niet veel bezoekers. Slechts twee groepen wisten het strandje te vinden: surfers en Heren. 's Winters is het geliefd bij surfers en het hele jaar door bij Heren. Het naaktstrand biedt de surfers 's winters beschutting. Voor de Heren zijn de bosschages rond het naaktstrand een ideale omgeving voor gezochte intimiteit. Zij zijn daar namelijk -en daar komt het- omgeven door schaamgroen. Er wordt wel eens geklaagd over de overlast die de expliciete seksuele handelingen in het schaamgroen opleveren. In een onlangs gehouden raadsvergadering sprak een heer zich hierover uit. Van overlast was echt geen sprake, aldus de heer. Hooguit een beetje hinder. Dankzij het schaamgroen natuurlijk.

Daar denkt de gemeente anders over. Het naakstrand wordt een gecombineerd naakt-/surfstrand.Het schaamgroen gaat er dus af, maar het woord raken we natuurlijk nooit meer kwijt. En de kleur is bij deze vastgelegd. Er kan geschilderd worden!

*Begrijp me niet verkeerd: ik verkies dit zonder enige vorm van twijfel boven een bosrijke omgeving.

dinsdag 1 maart 2016

Leerpuntjes

"Is het dan nooit af?" We hebben een gesprek op het werk en collega stelt me de vraag. Ik heb net verteld dat ik graag iedere dag iets nieuws bijleer. Dat ik mezelf altijd afvraag: "Wat kan ik hier zelf mee?" Of ik nou een boek lees, tv kijk of iets anders. Het gaat vanzelf. Thuis noemen ze me om die reden competitief. Het is mijn dagelijkse competitie met mezelf. Dat is al zo zolang ik me herinner: een dag niet geleerd is een dag niet geleefd. Voor mij is dat niet vermoeiend, mijn omgeving vindt dat soms wel vermoeiend. "Nee, het is nooit af", zeg ik. Ik heb een intrinsieke drive om me voortdurend te verbeteren. En daar is altijd ruimte voor. Vandaag heeft de jongste een aantal leerpuntjes voor me.

Economisch model 

Rond tien uur klap ik mijn laptop dicht. "Nu stop ik ermee", zeg ik. Ik heb vakantie, maar het werk was nog niet af. Dan ga ik door tot het af is. Vrijdag, zondag, maandag en vandaag dus nog even aan aan de slag. Het is een bron van voortdurende kritiek van met name de jongste twee. Onze zoon is een groot liefhebber van het economisch model. Ik werk meer dan het aantal uren dat ik betaald krijg en dat past niet in dat model. Voor mij is het resultaat van mijn werk belangrijker dan het exacte aantal uren dat ik investeer. Ik wil tevreden zijn over mijn werk. Aan de andere kant word ik natuurlijk wel afgerekend op het aantal uren en niet op het resultaat. Dat kan ik niet ontkennen en dat wringt soms ook. Hij vindt dat ik heel verkeerd bezig ben omdat ik mijn werk volgens hem belangrijker vind dan mijn werkgever. "Anders zouden ze er wel voor betalen.", is zijn moeilijk te weerleggen logica.

Verbeteren

Ook de jongste is ontevreden over mijn tijdsbesteding. Ze heeft deze dagen het rijk even alleen. Haar zus zit in Enschede en haar broer is een paar dagen in Duitsland. En dan heeft ze graag onverdeelde aandacht. "Nu moet je ook echt stoppen!", zegt ze. "Je hebt vakantie!!" "Je hebt gelijk, het is nu ook afgelopen", zeg ik. "Dat ga ik later echt anders doen als ik kinderen heb", moppert de jongste terwijl ik mijn spullen opruim. Dat juich ik toe. Het is een goede zaak als kinderen iets hebben om te verbeteren. Je moet er toch niet aan denken dat je perfecte ouders hebt.

Rolmodel

Het is me blijkbaar aan te zien dat ik er niet te zwaar aan til. "Je moet niet vergeten dat je een rolmodel bent.", spreekt ze me vermanend toe. "Breng ik het er niet best vanaf?", vraag ik. "Nee, op dit punt niet. Je bent veel teveel met je werk bezig. Ik zie echt wel leerpuntjes. Voor jou en ook voor papa." E. lijdt aan hetzelfde euvel: teveel op zijn werk geconcentreerd. Laat ik nou denken dat we ons leven juist heel erg op de kinderen hadden ingericht. Ze hebben bijvoorbeeld nooit een buitenschoolse opvang gezien en zijn nooit overgebleven tussen de middag. Tussen de middag kwamen ze thuis. Dat kon, omdat E. thuis werkt. 's Middags was ik er als ze uit school kwamen. Vakanties probeerden we thuis te zijn. Maar ik werk inderdaad wel veel thuis.

Ik ben natuurlijk altijd bereid om mijn leven te beteren. En vandaag is daar een uitstekende dag voor. We gaan vandaag met z'n tweeën op stap. "Hoe heb ik het er vandaag vanaf gebracht met dat leerpuntje?", vraag ik haar vanavond. "Ja ging goed", zegt ze. Weer wat geleerd vandaag.