maandag 28 februari 2011

Is dat easy of is dat makkelijk?


"Zo moet je niet zitten hoor, dan krijg je RSI", zeg ik tegen de oudste. Ze heeft haar handen in een vreemde hoek staan, terwijl ze in een zeer onnatuurlijke positie ligt te laptoppen. Sinds mijn werkplekonderzoek heb ik extra veel aandacht voor dit soort zaken. En zo is het natuurlijk ook precies bedoeld; dat noem je dan bewustwording. "Anders zit ik voor de televisie", zegt ze. Tja, dat kunnen we natuurlijk niet hebben, dan liever een RSI. De jongste doet ook nog een duit in het zakje. Ze gaat naar boven en haalt haar onmisbare handboek Zo doe je dat. Ze zoekt en vindt een hoofdstukje over de juiste houding. Polsen recht, de onderarm ondersteund door een armleuning en een minimum aan spierspanning op het bovenlichaam. Zo doe je dat dus. Boezemvriendin zou zeggen: "Is dat easy of is dat makkelijk?"

In de praktijk valt dat nog helemaal niet mee. Het is nou zo'n anderhalf week geleden dat ik zelf een werkplekonderzoek had en sindsdien zit ik op een aangepaste stoel. De rugleuning is los gezet. Daar zag ik eerst nogal tegenop, maar dat gaat prima. Ik beweeg mijn bovenlichaam veel meer dan eerder. Laatst zat ik achterovergezakt te typen. "Ik kan me niet voorstellen dat dat de bedoeling is", zegt boezemvriendin. En ze heeft gelijk, dat is natuurlijk niet de bedoeling. Waar ik het meest aan moet wennen -en dat had ik helemaal niet verwacht- zijn de armleuningen. Ik heb spierpijn in mijn bovenarmen, omdat ik me afzet op de leuning. Dat vraagt nog enige oefening.

zondag 27 februari 2011

Niet meer hetzelfde


De zondagavond zal niet meer hetzelfde zijn. Volgende week zit ik hier verweesd op de bank, met niets dan het kale besef dat het weekend voorbij is. Boer zoekt vrouw zit er namelijk op. Normaal gesproken is de vrijdag het hoogtepunt van het weekend. Ook de afgelopen weken was dat nog wel zo, maar de zondagavond kwam er toch wel heel dicht bij. Week na week steeds een stapje dichterbij de climax: de juiste vrouw voor de boer. Onderweg mooie momenten, maar ook pijnlijke en tenenkrommende intermezzo's. Ik had duidelijke denkbeelden over welke vrouwen de juiste vrouw voor de verschillende boeren zouden zijn. Dat Gijsbert voor Femke moest gaan was voor mij duidelijk. En ook bij Annemiek en Richard was het duidelijk. Behalve bij Frank werd ik verrast. Ik had gedacht dat hij niet op Anita zou willen wachten, maar dat deed hij wel. Vorige week zagen we al bij wie de chemie aanwezig was en bij wie niet. Dat Marcel voor Ksenia zou gaan was allang duidelijk, maar Ksenia liet Marcel in de kou staan. En vorige week werd duidelijk dat Adriaan en Annemarie ook geen match waren. Sneu en pijnlijk om te zien, ik had hen ook een vrouw en man gegund. Het verhaal gaat verder natuurlijk, maar wij kijken niet meer mee. Ik val in een zwart gat.

vrijdag 25 februari 2011

Magische wortel


Ik neem iedere dag twee winterwortels mee naar het werk. Dat doe ik al jaren. Liever dan een appel, sinaasappel, banaan of mandarijn, eet ik een wortel. Met name de bite van de wortel staat me aan. Fruit is me al snel te zacht.

Vanmorgen zit ik alleen in het kantoor. Boezemvriendin viert deze week namelijk krokusvakantie in Berlijn. Al starend naar het beeldscherm, grijp ik op het aangewezen wortelmoment -zo rond een uur of tien- naar een winterwortel. NIets wijst erop dat dit een ander wortelmoment zal zijn dan gebruikelijk. Tot ik opeens het laatste stukje wortel verlies. Ik voel het vallen, probeer het nog met een hand op te vangen, maar het lukt niet. Ik schuif naar achteren om te zien waar de wortel is gebleven. Als ik de wortel niet direct zie, spreid ik mijn armen. Misschien is het blijven hangen in de plooien van mijn zwarte vest. Maar nee, geen wortelresten in mijn vest. Het shirt dat ik vandaag draag heeft een vallende halslijn en biedt dus ook ruimte voor een verdwijnende wortel.

De deur van het kantoor staat open, maar er is vandaag toch bijna niemand aanwezig, dus ik kijk even bij mijn shirt in. Geen spoor van de wortel, niet in mijn shirt, niet in mijn bh, niet op de vloer. Verdwaasd kijk ik in het rond. Nog maar eens een dubbelcheck: vest, shirt, bh, vloer. Niets. Nergens een spoor van wortel, verdwenen in het niets. Zou het komen omdat ik deze week naar Gnomeo en Juliet ben geweest dat ik denk dat dit een magische wortel was?

woensdag 23 februari 2011

Gnomeo en Juliet


Vandaag is de laatste dag van mijn krokusvakantie. De kinderen plakken er nog een paar dagen aan vast, maar ik ga weer aan het werk. Met alle kinderen heb ik al wel een moeder-zoon/-dochtermoment gehad. Vandaag was de jongste aan de beurt. Ze wilde graag samen met mij naar de bioscoop. Na een langdurig selectieproces, kwam ze uit op de film Gnomeo en Juliet, een tuinkabouterfilm, die volgens haar met een 3D-bril moest worden bekeken. Al met al klonk het niet als iets waar ik op voorhand warm voor loop, dus voordat het zover is, lig ik even ingekakt op de bank moed te verzamelen. De jongste is druk in de weer. Als ik klaar ben om te vertrekken, komt ze opdagen met twee smokey eyes. Hoogstwaarschijnlijk heeft ze dat opgepikt uit haar favoriete handboek Zo doe je dat. Ze lijkt een beetje op Morticia uit de Addamsfamilie, maar zeker niet op iemand die op het punt staat een tuinkabouterfilm te gaan kijken. In overleg schminken we haar dan ook een beetje af. Ze doet eerst zelf een poging, maar die is enigszins halfslachtig, dus ik help haar nog even. Het diepe zwart verdwijnt, er blijft een zweempje grijs achter en de mascara natuurlijk. En zo zijn we dan klaar voor Gnomeo en Juliet. Ze heeft genoten en eerlijk is eerlijk: ik ook.

maandag 21 februari 2011

Nuttige handwerken


Vroeger deed ik nog aan nuttige handwerken. Waar ik nu met een laptop op schoot zit om te bloggen, hanteerde ik toen de breinaalden. Haken deed ik ook wel, maar toch vooral breien. De resultaten van die inspanning liggen hier nu nog ongebruikt in hoezen, toch zeker zo´n vijfentwintig jaar al. Waarom ik ze dan nog bewaar? Omdat ik me nog herinner hoeveel werk het was. En natuurlijk omdat ik me nog herinner hoe goed we er destijds uitzagen in die truien.

Vandaag haalde ik twee truien van E. uit de verpakking. Ik breide ze in de periode dat ik E. nog probeerde te imponeren met mijn huisvlijt. Anders kan ik het namelijk niet verklaren. Ik breide ze namelijk van veelkleurig dun sokkenwol met dunne naalden. Een blauwgroene met een V-hals en een roodbruine met een sjaalkraag. Als ik ze uit de hoes haal, vind ik ze qua verhouding een beetje vreemd. Ze zijn nogal breed en ook nogal kort. Met name dat laatste roept nogal wat hilariteit op. "Dat was toen natuurlijk lang genoeg", verkneutert de oudste zich, "want toen had je nog hoge broeken." En inderdaad uit die tijd stammen ze nog. Ik had ze onze zoon toebedacht, maar die meet tegenwoordig zo'n 1.95 m, dus aan hem zijn die korte truitjes niet besteed. E. past ze nog even. "Ik nam toen denk ik ook iets minder op", zegt hij als hij de kamer binnenkomt. "Zal ik ze dan maar wegdoen?", vraag ik – ik ben namelijk in een opruimerige bui. E. vindt het eigenlijk zonde. "Als je ze nou nog twintig jaar laat liggen, dan kan het wel weer", zegt de oudste "vooral die donkerblauwe." Ze vindt het nog steeds heel vermakelijk. Morgen zal ik ze weer opbergen, samen met de witte, donkerbruine en grijsbruine schapenwollen truien. Allemaal voor over een jaar of twintig, op warme truiendag.

Het boze oog is terug


E. zag het al een poosje aankomen. Vorige week hoorde ik hem het tegen onze zoon zeggen. "Het boze oog is terug." Hij doelt op mijn kritisch speurende blik op zoek naar mankementen in en om huis. En inderdaad, ik heb een aantal plekken in huis op de korrel. De hal bijvoorbeeld. Dat kan echt niet meer. Ooit sneed ik er een stuk vloerbedekking in dat we nog over hadden. De nieuwe mat die ik vorig jaar aanschafte, is eigenlijk te licht: hij verschuift voortdurend. En de kapstok, die golf, die hangt er nu al twintig jaar en die ben ik meer dan zat. Dus ja, inderdaad, ik kijk kritisch rond. Omdat ik een aantal dagen vrij ben, heb ik alle gelegenheid om bij daglicht een ander nader te beschouwen. Hoe het eruit moet gaan zien, weet ik nog niet. Dit weekend keek ik naar tegels voor de vloer. Behalve de bekende doe-het-zelf-zaken, deden de jongste en ik ook een tegelhal aan. In het opruimingsdeel van de tegelhal vond ik niets naar mijn smaak. In het duurdere deel natuurlijk wel. "100 € de vierkante meter", zegt de man van de tegelhal als ik naar een vloer met stukjes graniet wijs. "Mooi", zeg ik. De jongste is het met me eens.

zaterdag 19 februari 2011

Voor het leven getekend


Ik lees in de 101 woonideeën dat het combineren van slapen en baden in één ruimte helemaal 2011 is. In de eighties van de vorige eeuw, woonden E. en ik in een huis waar die functies ook gecombineerd waren. Dat wil zeggen: er was een blauwe plastic douchebak in de slaapkamer geplaatst. Wij kozen ervoor om niet in die slaapkamer te gaan slapen, we kozen liever de kleine slaapkamer aan de voorkant van het huis. Ons leek dat namelijk helemaal geen aangenaam idee. Natuurlijk kan het ermee te maken hebben, dat onze huisbaas die douchebak nogal onconventioneel op een houten vloer had gezet. Hij had dat gedaan zonder zich al te veel te bekommeren om rottende planken. Het vochtige klimaat in de slaapkamer zorgde ervoor dat de douchegordijnen rondom altijd sporen van schimmel vertoonden. Tijdens het douchen werden die beschimmelde douchegordijnen als twee magneten naar je lichaam gezogen. De vieze kleffigheid van die koude natte gordijnen doet me nu nog huiveren. Op de randen van de douchebak bleef het niet bij sporen van schimmel: daar groeiden heuse paddestoelen. Het romantische beeld van de combinatie van baden en slapen is dus niet aan mij besteed. Ik ben voor het leven getekend.

vrijdag 18 februari 2011

Were you nursing a semi?


Laat Boer zoekt vrouw dan een echt vrouwenprogramma zijn, Top Gear is een echt mannenprogramma. Boer zoekt vrouw heeft ingrediënten die veel vrouwen aanspreken: (ontluikende) relaties, knappe mannen (Gijsbert) en romantiek. Top Gear heeft ingrediënten die veel mannen aanspreken: kameraadschap, directe humor en auto's. Onze zoon is er dol op. Ik moet eerlijk zeggen dat ik er ook af en toe smakelijk om moet lachen. Ze bedenken de gekste dingen: een nieuwe camper maken, kijken hoever je op een tank benzine kunt rijden tot je stilstaat(heeft ook mijn interesse), brommerrijden in Vietnam, autorijden in de woestijn of op extreme hoogte.

Iedere vrijdagavond is er ook een gast in de studio. Alle gasten racen in een auto op het racecircuit en proberen zo in de Top Gear top te komen. Vorige week was Rupert Grint in de studio. Hij speelde in alle Harry Potterfilms. Rupert deed het goed op de racebaan. In de studio wordt er nog even nagepraat met Jeremy Clarkson. Zo komt ook ter sprake dat Rupert Emma Watson in de laatste Harry Potterfilm kust. Hij wil van Rupert weten of hij Emma leuk vindt. Ook leuk voor de vrouwelijke kijkers. Maar dan schakelt Jeremy weer over op de mannenmodus: "And were you nursing a semi?", vraagt hij. Rupert is enigszins in verlegenheid gebracht, zo lijkt het. Ik ken de uitdrukking niet, maar gelukkig wordt er ondertiteld: Had je een bobbel in je broek? Weer wat bijgeleerd.

donderdag 17 februari 2011

Alles moet anders


Vandaag had ik op het werk een werkplekonderzoek. Als gevolg van mijn rugklachten kon ik niet goed op mijn bureaustoel zitten. De baas gaf me de naam van de bedrijfsfysiotherapeut en die komt dan om te kijken wat je nodig hebt. Ter overbrugging hebben boezemvriendin en ik van stoel gewisseld. Niet dat boezemvriendin nou blij werd van mijn stoel, maar ze is boezemvriendin, dus ze heeft wel wat voor haar geblesseerde vriendin over. Met een andere collega regelde ik onderhands al een andere stoel.

Als bedrijfsfysiotherapeute mijn stoel ziet, schudt ze het hoofd. Het is de alleroudste meuk die er binnen het bedrijf te krijgen is, zo schijnt. En dat geldt niet alleen voor mijn stoel. Mijn beeldscherm, mijn muis, er is niet veel meer dat voldoet aan de eisen des tijds. Ze schrijft het allemaal op haar formulier. Als de baas zijn hoofd om de hoek steekt, vertel ik hem voor hij de kans krijgt om zich terug te trekken: "Alles moet hier anders."

Bedrijfsfysiotherapeute gaat onverdroten voort. De stoel wordt op mij afgesteld. Er blijken allerlei ongekende mogelijkheden te zijn. Zo heb ik vanwege mijn lengte een diepere zit nodig. Ze verlengt de zit in een handomdraai. Ze probeert het ook even bij mijn oude stoel waar boezemvriendin nu op zit. Maar het lijkt erop dat dat niet lukt zonder hamer en nijptang. Ik moet regelmatig een pauze nemen. Mijn werkstijl is, zoals E. het omschrijft, 'maniakaal'. Dat wil zeggen: ik ga door tot ik klaar ben. Vaak vergeet ik dan om iets te eten of drinken, hou ik mijn plas ongezond lang op en zit ik waar ik zit. Bedrijfsfysiotherapeute installeert een programma op mijn computer waarmee ik er door middel van een stoplicht aan herinnerd word om even te gaan bewegen. Bij mijn specifieke klachten is het goed om voor ik ga staan alvast even met mijn benen te gaan bewegen. Zo kunnen de smeerstoffen rond de gewrichten zich alvast even gaan verdelen en loop ik een stuk gesmeerder. Tenslotte zet ze mijn rugleuning, zeer tegen mijn zin, los. Ik kom regelmatig in een kantoor waar je zonder er erg in te hebben zo ongeveer gestrekt ligt als je onverwacht in de stoel gaat zitten. "Toch even proberen", zegt ze. "Je moet genoeg tegendruk hebben om steun te voelen." En als het dan goed is, dan ben ik voortdurend een beetje in beweging. Het is even wennen, maar de moeite van het doorzetten waard, verzekert ze me. Het valt me niet tegen. Als bedrijfsfysiotherapeute is vertrokken, komt collega binnenlopen. Ik zit net te schommelen in mijn stoel. Lekker!

woensdag 16 februari 2011

Paris, Paris


Onze zoon is vanmorgen vroeg naar Parijs vertrokken. Op voorhand had hij er geen al te hoge verwachtingen van. Via streetview had hij het hotel in Parijs even opgezocht. Dat viel hem niet mee. 'Het is een cellenblok in een Parijse getto", was de conclusie. Maar vanmorgen was de tas gepakt en toen was de goede zin er ook. Een rugtas vol met proviand ging mee de bus in. En voor de bus vertrok, leek de stemming er al goed in te zitten.

Vanmiddag rond een uur of vijf belt hij vanuit Parijs. De reis was voorspoedig verlopen. Onderweg hebben ze niet stilgestaan en zelfs niet langzaam gereden. Het zat mee. "Dus je zit al in je cel?", vraag ik. "Het valt best mee", zegt hij. "Eigenlijk is het best netjes. Er is ook een nette douche." Vooral dat laatste vindt hij als fervent doucher erg belangrijk. Veel tijd heeft hij niet om te praten. "We gaan zo Parijs nog even in", zegt hij. Geweldig toch?

Het hoogst haalbare


Van nature ben ik niet erg geordend. Ik doe wel altijd mijn best, maar wanorde ligt altijd meer binnen mijn bereik dan orde. Laatst wilde ik nog laten zien hoe ik voor onze zoon ooit een blauwe auto maakte van een hele grote kartonnen doos. Ik stroomlijnde de auto door de achterzijde van de doos rond te snijden en met papieren plakband te vormen. Blauwe kwast erover, blikjes als koplampen, een flesje met schroefdopje weggewerkt als tank, knipperlichten van lege danoontjes. Kortom, te leuk. Zo leuk, dat ik het meer dan eens op de gevoelige plaat vastlegde. Alleen toen het erop aankwam, kon ik de foto niet te voorschijn toveren uit de grote stapel foto's die her en der verspreid door het huis zwierven. (Jawel, let op! Ik gebruik hier niet voor niets de verleden tijd!) Ik had al eens een poging gedaan om orde aan te brengen door alle foto's die nog niet in een album waren geplakt in een doos waar eens nieuwe kussens in pasten te gooien. Dat is meestal de manier waarop ik zaken opruim: ik verzamel spullen die bij elkaar horen wel bij elkaar, maar zodanig dat je nog met geen mogelijkheid iets kunt vinden. Dat is dan ook eigenlijk geen ordenen, eerder het verplaatsen of verzamelen van rotzooi. Daar ben ik namelijk wel goed in. Ik wist dus dat die foto's ergens in die doos zaten, maar om ze eruit te selecteren, had ik misschien wel een halve dag moeten zoeken.

Daar moest maar eens verandering in komen vond ik. Wonderlijk genoeg geïnspireerd door mijn moeder (bij haar ligt net als bij mij namelijk ook wanorde altijd meer binnen het bereik dan orde), schafte ik bij de HEMA doosjes aan om mijn foto's als in een kaartenbak te ordenen. Ik sorteerde de foto's op jaartal. Vandaag werkte ik de laatste foto's in doosjes. Ik heb nu vijf kaartenbakken met foto's, natuurlijk een 'oude doos' en dan nog de foto's van de kinderen die niet in een album belandden. Omdat het zo mooi ging heb ik ook een doosje gemaakt voor kaarten, rouwkaarten en gedichten die ik wil bewaren.

Gisteravond was ik al flink gevorderd; ik had vier doosjes vol gesorteerde foto's. Mijn zus kwam me halen voor de zumbales. "Wat netjes!", zegt ze. "Dat wil ik ook!" Ze doelt op mijn mooie fotodoosjes. "Waar heb je ze gekocht? IKEA?" Ik vertel haar dat ze van de HEMA zijn. Mijn zus is een stuk geordender dan ik. Zij bewaart zaken keurig in ordners, ze vouwt handdoeken zo dat ze in keurige rijtjes liggen. Kortom, ze bedenkt dingen die ik echt nooit zou bedenken als het op orde en netheid aankomt. Zij is mijn goeroe op dat gebied. En nu neemt zij een voorbeeld aan mij voor het ordenen van haar foto's. Het complimentje van mijn zus is dan ook wat de Oscar is voor de filmwereld en de Grammy voor de muziekwereld: het is het hoogst haalbare. Negenenveertig jaar en nu al zover!

maandag 14 februari 2011

Aan/uit


In de Viva hadden of hebben ze de rubriek Anybody. Ik lees de Viva tegenwoordig niet meer, dus ik weet niet of ze de rubriek nog steeds hebben. In deze rubriek zag je het naakte lichaam van een vrouw, zonder hoofd. Dat hoofd zat er natuurlijk wel op, maar die werd van de foto afgesneden. De vrouw die naakt poseerde vertelde op welk deel van haar lichaam ze trots was en welk deel haar niet beviel.

In de Linda is een soortgelijke rubriek. Dat wil zeggen: er wordt ook bloot geposeerd, met dit verschil dat je op de ene pagina iemand aangekleed ziet staan en op de andere pagina naakt. Van enige vorm van anonimiteit is geen sprake meer. In een Linda die ik vorige week meenam poseerde een man, begin vijftig. Zijn naam, zijn burgerlijke staat, alles werd erbij vermeld. Op de 'aangeklede' pagina zag de man er prima uit – bij lange na geen Gijsbert, maar hij kon ermee door. De 'ontklede' pagina roept bij mij één vraag op: waarom? Waarom zou je dit willen? Op een zeker moment ben je -hoe goed geconserveerd ook – naakt gebaat bij gedempt licht en soft focus camera's. Deze man was op dat punt aangeland. In de bijbehorende informatie lees ik dat hij twee kinderen in de puberteit heeft. Mijn ervaring met drie pubers maakt dat ik een ding zeker weet: dit leidt tot diepe schaamte natuurlijk.

Aan/uit


In de Viva hadden of hebben ze de rubriek Anybody. Ik lees de Viva tegenwoordig niet meer, dus ik weet niet of ze de rubriek nog steeds hebben. In deze rubriek zag je het naakte lichaam van een vrouw, zonder hoofd. Dat hoofd zat er natuurlijk wel op, maar die werd van de foto afgesneden. De vrouw die naakt poseerde vertelde op welk deel van haar lichaam ze trots was en welk deel haar niet beviel.

In de Linda is een soortgelijke rubriek. Dat wil zeggen: er wordt ook bloot geposeerd, met dit verschil dat je op de ene pagina iemand aangekleed ziet staan en op de andere pagina naakt. Van enige vorm van anonimiteit is geen sprake meer. In een Linda die ik vorige week meenam poseerde een man, begin vijftig. Zijn naam, zijn burgerlijke staat, alles werd erbij vermeld. Op de 'aangeklede' pagina zag de man er prima uit – bij lange na geen Gijsbert, maar hij kon ermee door. De 'ontklede' pagina roept bij mij één vraag op: waarom? Waarom zou je dit willen? Op een zeker moment ben je -hoe goed geconserveerd ook – naakt gebaat bij gedempt licht en soft focus camera's. Deze man was op dat punt aangeland. In de bijbehorende informatie lees ik dat hij twee kinderen in de puberteit heeft. Mijn ervaring met drie pubers maakt dat ik een ding zeker weet: dit leidt tot diepe schaamte natuurlijk.

zondag 13 februari 2011

Zonder het carillon


"Eerst moest ik er erg aan wennen", zegt de buurvrouw, "maar nu vind ik het ook wel prettig." We praten over het carillon. We wonen vlak naast de monumentale HBS. In het torentje zit een klok met een carillon. De klok en het carillon staan nu stil. Het gebouw is namelijk al een aantal jaren in renovatie. En omdat de klok en het carillon niet tegen bouwstof bestand zijn, zijn ze uitgeschakeld. Ik ben er nog steeds niet aan gewend: de klok en het carillon zijn een perfecte aanvulling op mijn biologische klok. Ik ben 's morgens namelijk meestal vroeg wakker, zo rond een uur of zes. Maar soms ook eerder. Aan de torenklok hoorde ik dan hoe laat het was, dan wist ik of ik me nog een keer om kon draaien of dat het de moeite niet meer was.

Ik ben zolang ik me kan herinneren een lichte slaper. En dat was ik ook voor ik het me kon herinneren. Mijn moeder vertelt vaak dat ik als baby al snel wakker was. Ik sliep als baby in ons kleine huisje destijds bij mijn ouders op de slaapkamer. Die slopen dan in tijgersluipgang naar hun bed, want bij het minste kraakje van de vloer, was ik wakker. Ik herinner me dat ik -nog heel jong- met mijn vader, die kolenboer was, midden in de nacht opstond om met hem mee te gaan als hij wagons ging lossen. Vroeg opstaan is nooit een probleem voor me geweest. En ook 's nachts opstaan was geen probleem voor me toen de kinderen werden geboren. En dat was maar goed ook, want de oudste was de eerste twee jaar van haar leven iedere nacht wakker.

Vorige week ging de oudste in het weekend naar Amsterdam. Ze moest om half zes al opstaan. "Je had toch niet voor me hoeven opstaan', zegt ze als ze beneden komt. "Ik word toch wakker als er iemand opstaat", zeg ik. En zo is het. Zo heb ik het ook graag. Ik zou er niet aan moeten denken om met oordoppen in te slapen; ook in mijn slaap krijg ik graag omgevingsgeluiden mee. En als het nodig is, ben ik dan zo wakker. De klok en het carillon zijn geruststellende omgevingsgeluiden. In tegenstelling tot de buurvrouw mis ik het wel. Ik hoop dat het snel weer zover is dat ze in werking worden gezet.

zaterdag 12 februari 2011

De prijs van domheid


Mijn opa zei het vroeger al: beter een slimme luie werker dan een domme harde werker. Mijn opa was geen manager, maar hij was wel verstandig. De uitspraak is van alle tijden of mijn opa was zijn tijd ver vooruit. Vandaag lees ik namelijk soortgelijke uitspraken in de nieuwe Sprout. Alexander Rinnooy Kan komt nog het dichtst bij de uitspraak van mijn opa: Mensen die denken dat kennis duur is, weten niet wat domheid kost. Een andere aardige quote van Edward de Bono: "the biggest problem of the world is not climate change or overpopulation, the biggest problem is poor thinking." Het zijn allemaal citaten uit de column van Arko van Brakel. Hij ontzenuwt in zijn column verder de fabel dat moderne denkers altijd jonge mensen zijn. Ik werd aangetrokken door de titel Baasjes zijn geen leiders en vervolgens het artikel ingezogen door de eerste alinea: Moderne leiders spelen nooit de baas, maar verdienen het respect. Zij geven richting vanuit visie en vertrouwen, vanuit hun eigen krachtige denkvermogen, hun eigen doelen. Kortom vanuit authenticiteit. Maar is dat wel zo modern? Arko neemt de proef op de som op Big Improvement Day, waar vier generaties ondernemers centraal stonden, en hij komt tot de conclusie dat het antwoord op de vraag die hij zichzelf stelt 'nee' is. Leiders geven altijd al op die manier leiding. En moderne denkers zijn niet altijd jongeren, modern denken heeft niets te maken met leeftijd, maar alles met levenshouding. En waarom baasjes geen leiders zijn? Ego geeft anderen namelijk nauwelijks richting.

Mijn opa is al lang geleden overleden. Als hij vandaag terug zou komen, zou hij de wereld niet meer herkennen. Hij zou zich verbaasd afvragen waar ik toch mee bezig ben met dat apparaat op mijn schoot. Hij zou zich afvragen hoe dat toch werkt met al die mobiele telefoons. Hij zou zich over heel veel dingen hebben verbaasd, maar over dit stukje zou hij zich niet hebben verbaasd. Waarom niet? Omdat verhoudingen tussen mensen onderling niet wezenlijk veranderen. Leiderschap is van alle tijden, baasjes ook.

woensdag 9 februari 2011

Oprekken en in beweging blijven


Deze week is een volle week met deadlines en een onverwachte invalbeurt. Doorgaans overdenk ik de dag alvast In de auto. 's Middags laat ik de dag van me afglijden. 's Maandags overdenk ik de drukte van de week. Het lijkt op het werk steeds drukker te worden. We werken voor steeds meer mensen met steeds minder mensen. Op zich hou ik van druk en deadlines. Ik heb niet voor niets al jaren een baan waarin ik met deadlines werk. Druk en deadlines dwingen je tot presteren. Je moet iets afleveren, je moet beslissingen nemen. Op zich levert dat me geen 'foute' stress op. Ik weet inmiddels dat ik dat kan en vaak krijg ik er ook energie van. Doordat het aantal klussen op mijn bureau groeit, merk ik dat ik de klussen met een deadline steeds verder naar achteren schuif, zodat ik er steeds minder tijd voor heb. Op die manier leg ik meer druk op mezelf om meer te kunnen doen. Wat ook erg belangrijk is als je veel klussen hebt, is dat je ze allemaal in beweging houdt. Het kost namelijk oneindig veel meer energie om klussen die stil komen te liggen weer op gang te krijgen. En dan natuurlijk direct afhandelen wat je direct kunt afhandelen. Maar hoe ver kun je gaan met drukte en deadlines? Die vraag stel ik mezelf maandagmorgen. Een antwoord heb ik niet, maar ik ben tevreden met mijn strategie tot nu toe: oprekken en in beweging blijven.

dinsdag 8 februari 2011

Politie- Stop!


Ik ben een groot voorstander van een vlotte verkeerscirculatie. Als ik mijn bijdrage daaraan kan leveren, zal ik dat niet nalaten. Zoals vanmiddag. Op weg naar huis drukte ik het gaspedaal flink in. Niet onverantwoord, gewoon lekker pittig. Muziekje aan, luisteren naar mijn favoriete nummer en dan met de juiste snelheid door het vlakke land. Heerlijk.

Wat me even ontging was de politieauto die achter me reed met daarop zo'n sprekende regel met Politie en Stop. Pas kilometers verderop in de bebouwde valt de politieauto me op. Eerst voel ik me niet aangesproken, maar uiteindelijk zet ik de auto toch maar langs de weg. Een politie-agent(je) doet de deur aan mijn passagierskant open. "Ik had u helemaal niet gezien", zeg ik. "Nee, dat had ik in de gaten. Ik volg u al vanaf De Groeve", zegt hij. Dat is dus al eventjes, een kilometer of zeven, schat ik. "U trok 'm direct goed los." Ik had 'm natuurlijk kunnen vertellen van mijn voorkeur voor een vlotte verkeerscirculatie, zeker daar waar het kan. "U reed 110 kilometer op sommige stukken." Ik vind het feit dat ik een pittige rijder ben eigenlijk alleen maar voor mij pleiten. Maar ik heb niet het idee dat ik met die theorie veel punten ga scoren, want de agent denkt daar duidelijk niet zo over. "Als u al zo lang achter me reed, laten we dan wel even vaststellen dat er op geen enkel moment sprake is geweest van een gevaarlijke verkeerssituatie", zeg ik. Hij kan niet anders dan het bevestigen, maar dat doet niets af aan het feit dat ik te hard reed.

Uiteindelijk krijg ik na de toegepaste correcties een boete voor 10 kilometer te hard rijden. Voor mij reden nog twee auto's die net zo hard reden. "Ik realiseer me dat die net zo hard reden als u, maar dat is niet anders. U reed ook te hard." Ik ga het niet ontkennen en incasseer de bon van € 51,-. Het gaat mijn dag hoe dan ook niet bederven: mijn moeder is vandaag 75 jaar geworden en mijn schoonmoeder is weer thuis na een aantal dagen ziekenhuis.

maandag 7 februari 2011

Goede keuze


Ik ben geen fan van real life tv. Behalve als het om Boer zoekt vrouw gaat. Spannend ook, want als je naar je favoriete serie kijkt, dan weet je dat het vanzelf goed komt. Dan hoef je je niet echt druk maken over de goede afloop. De scenarioschrijvers zijn er namelijk op uit om de kijkers aan zich te binden en het kan dan ook even duren, maar uiteindelijk krijg je wat je wilt. Maar bij real life is dat anders. Je weet niet of Gijsbert de juiste keuze maakt en Femke kiest. Maar gelukkig is dat wel gebeurd. Goed van Gijsbert. Waarom? Dat kan ik echt niet beter zeggen dan Gijsbert zelf. Kijk zelf, zo vaak je wilt: http://boerzoektvrouw.kro.nl/video/2010/2010-10/index.aspx

Misschien word je wel zo gevoelig van de directe omgang met koeien. Vorige week zag ik bij Metropolis hoe goed ze daar voor hun Hollandse koeien zorgden.

zaterdag 5 februari 2011

Gemaskerd de nacht in


Vorige week wekte ik onze jongste. Meestal sta ik als eerste op, ik doe mijn grondoefeningen en als E. dan nog niet is opgestaan, roep ik haar. Ze heeft net iets meer tijd nodig dan de rest. Meestal ga ik niet staan wachten tot ze opstaat. Ik heb namelijk 's morgens mijn eigen programma puntje pv (persoonlijke verzorging). Dat vraagt ook zo zijn tijd. Als ze eenmaal beneden haar nachtpon uittrekt, valt er een zwart dingetje op de grond. Het is een oogmasker. "Oh, die heb ik per ongeluk meegenomen", zegt ze. Ik vat het niet direct. Ze heeft 's nachts een klein lichtje aan in haar kamer. Het zal toch niet zo zijn dat ze dan met een oogmasker op in haar stemmig verlichte kamer ligt? Ik dacht sowieso dat het dragen van een oogmasker alleen was voorbehouden aan Joan Collins in Dynasty. Maar nee hoor, ook onze eigen kleine diva draagt 's nachts een oogmasker van zwart satijn."Reuze handig nou juist", zegt ze. "Ik kan er heerlijk mee slapen."