Wat is gebleven zijn de
keukenklassiekers: houten jaren '60 stoelen. Zes kregen we uit de inboedel van
E's oma. Vier kocht ik voor vier gulden in de dump in Winschoten. Het geheel
wordt afgemaakt met een caféstoel met leuningen in dezelfde lijn. Die stoel
heet Lucas, naar zijn baasje. Mijn vader kreeg 'm ooit van Lucas toen hij last
van zijn rug had. Lucas werd uitgeleend aan mijn tante. En op een gegeven
moment deed die 'm naar de rommelmarkt. Daar kocht ik 'm vervolgens weer,
zonder dat ik wist dat de bewuste stoel onze Lucas was.
Thuis zit ik op Lucas. E. en de
kinderen zitten op een identieke keukenklassieker. Toch spreken de kinderen
onveranderd over 'mijn stoel'. "Mam, als je een stoel pakt om te bloggen,
heb ik liever dat je die van papa pakt. Niet die van mij. Je zet het iedere
keer verkeerd terug. En dan zit ik op die van papa." Ik zie het verschil
niet, maar ze helpt me uit de droom: "Hier zit een schuine kras. Die is
van mij."
De oudste heeft het nog
bonter gemaakt. Zij heeft haar initialen in 'haar' stoel gekrast. Daar kan
helemaal geen misverstand over bestaan.
Ook al ben ik blij met onze nieuwe
meubels, ik hou meer van meubels met een historie. Ik ben gehecht aan onze
keukenklassiekers. En die ingekraste initialen laten we mooi zitten: dat is
nieuwe geschiedenis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten